We weten allemaal dat een koudbloed paard niet gefokt is zoals een dressuurpaard. Sommige mensen zijn daarom van mening dat een koudbloed paard niet in de dressuursport thuis hoort. Echter is het voor ieder paard van belang dat het correct leert lopen met het gewicht van de ruiter op de rug. Ook voor koudbloeden is het daarom belangrijk dat zij correct (dressuurmatig) getraind worden zodat zij hun lichaam op een juiste manier leren gebruiken en hierdoor gezond blijven. De dressuur is er voor het paard en het paard is er niet voor de dressuur. We mogen namelijk niet vergeten dat de dressuur ooit is ontstaan om het paard te gymnastiseren zodat het goed en snel kan functioneren tijdens oorlogsgevechten.
Dressuur is eigenlijk pas een discipline geworden toen paarden niet meer gebruikt werden in oorlogen of voor de landbouw. Doordat paarden een andere functie kregen ontstond de paardensport. Hieruit is de dressuur als discipline ontstaan. Vroeger werd de dressuur als basis voor andere disciplines gebruikt zoals bv. het springen van hindernissen of een jacht. Omdat we tegenwoordig de paarden alleen nog voor de sport of recreatie gebruiken zijn de tijden en focus enorm veranderd. Hierdoor is ook de fokkerij veranderd en zijn we ‘dressuurpaarden’ gaan fokken.
Vroeger konden we een onderscheid maken in:
- Volbloeden: Voornamelijk gefokt als rij- en renpaard, tegenwoordig ook veel ingezet voor diverse disciplines van de sport.
- Koudbloeden: Voornamelijk gefokt als werkpaard en tegenwoordig heel divers ingezet.
- Warmbloeden: In eerste instantie gefokt uit volbloed x koudbloed. Tegenwoordig voornamelijk gefokt en gebruikt als rij- en sportpaard.
Als we naar deze paarden kijken kunnen we lichamelijk duidelijke verschillen zien. De bouw van koudbloeden, warmbloeden en volbloeden verschillen enorm. Zelfs binnen deze categorieën paarden zijn er nog veel verschillen te zien. Daar waar we bij een dressuurpaard graag meer schoudervrijheid zien en gemakkelijk gewicht op de achterhand kan nemen, is een koudbloed zo gefokt dat het sterk genoeg is om met de schouders en borst gewicht te trekken. Een koudbloed is hierdoor ook meer neerwaarts gebouwd dan een warmbloed welke meer opwaarts is gefokt.
Maar niet alleen de bouw van het paard bepaald of deze geschikt is voor een bepaald doel, ook de spieropbouw heeft hier invloed op. Een dressuurpaard is veelal lang gelijnd, waar een koudbloed kort gelijnd is. Je kunt je voorstellen dat korte, dikke spieren veel minder soepel zijn als dunne, lange spieren. Als we kijken naar de spieren bestaan deze uit spiervezels die bepalen hoe de spier zich beweegt. Deze zijn globaal in 3 types te onderscheiden*1:
- Duurvezels: kunnen iets lang volhouden wat weinig energie mag kosten en hebben een trage manier van samentrekken (koudbloed)
- Duur-krachtvezels: (tussenvorm) Past zich aan afhankelijk van het type training. Wordt of meer kracht- of meer duurvezel.
- Krachtvezel: kan snel samentrekken(nodig om kracht te leveren op snelheid), maar alleen voor een korte termijn en kost veel energie (volbloed)
Het is erfelijk bepaald van welke soort spiervezels het paard een bepaald aantal vezels heeft. Bij een warmbloed is dit ongeveer 1/3 van alle 3 de types. De volbloed heeft meer krachtvezels (40-45%), de koudbloed heeft meer duurvezels(40%). Individuele verschillen per paard bestaan ook.
De dressuur als discipline vergt veel gebruik van beide types spiervezels, zowel kracht als duur. Draagkracht is noodzakelijk, maar wel voor langere tijd. Je kan je hierdoor goed voorstellen dat een warmbloed het meest geschikt is voor de dressuur. Een koudbloed heeft voornamelijk duurvezels en zal meer moeite hebben om ‘(draag)kracht’ te leveren.
Als we dan naar zowel de bouw als de spieropbouw van het paard kijken heeft een dressuurpaard wel degelijk meer voordeel dan een koudbloed(eigenlijk heel logisch natuurlijk). Echter wil dit niet zeggen dat een koudbloed niet correct dressuurmatig getraind zou moeten worden. Sterker nog: ik denk dat het enorm belangrijk is om het koudbloed paard op een correcte manier te trainen zodat het paard gezond blijft. Veelal denk ik dat koudbloeden vaak niet of niet correct getraind worden, omdat ze worden bestempeld als ‘recreatiepaard’. Opzich is daar niets mee, maar als je een paard ter recreatie koopt wil dat niet zeggen dat deze hierom niet correct getraind hoeft te worden.
Wanneer je een buitenrit maakt en het paard loopt de hele rit buiten met zijn rug weggedrukt en het gewicht van de ruiter drukt daarom op een verkeerde manier op de wervelkolom, dan zal je paard daardoor meer slijtage ondervinden, meer blessures hebben en minder plezier beleven aan de rit. En ik denk dat we het allemaal eens zijn dat we blij zijn als we nog langer plezier kunnen hebben van ons maatje toch?
Ik denk daarom dat het alleen maar positief is om koudbloeden ook dressuurmatig te trainen en als we het leuk vinden deze op wedstrijden uitbrengen. We moeten echter ook realistisch blijven dat het dressuurmatige werk dus wel echt moeilijker is voor een koudbloed en dat het waarschijnlijk meer tijd gaat vergen om het op een zelfde niveau te krijgen als een warmbloed van hetzelfde niveau. Daarnaast zal een koudbloed ook niet de gangen hebben van een dressuurgefokt warmbloed, dit wil echter niet zeggen dat we geen voldoende kunnen behalen op de gangen of bepaalde oefeningen. Het kan wel zo zijn dat een koudbloed een 6 behaalt voor een uitgestrekte draf daar waar een warmbloed toch al snel naar een 7 of 8 zou kunnen lopen. We moeten namelijk wel realistisch blijven, maar ik vind ook dat er niet gediscrimineerd moet worden, want we kunnen nog zoveel van die koudbloeden ook leren!
Al met al is het dus echt moeilijker om met een koudbloed hetzelfde te bereiken. We zullen wat harder moeten werken aan andere punten, wat meer rekening moeten houden met de ontwikkeling en beperkingen van een koudbloed, maar het wil niet zeggen dat dressuur niet voor koudbloeden is..
*1 – Bron uitleg spiervezels: Powerpoint presentatie spierfysiologie door Carolien Munsters van Moxie sport voor de Trainersclub van DressagePro